Toedienen
Chemotherapie wordt toegediend in de vorm van drankjes, pillen, capsules, een infuus, een injectie en soms via een ruggenprik.Om chemotherapie eenvoudig te kunnen toedienen wordt meestal aan het begin van de behandeling een VIT geplaatst, een klein reservoir (‘kastje’) onder de huid. Daaraan zit een lijn die in een groot bloedvat uitkomt. Het reservoir is eenvoudig aan te prikken en de huid wordt met een zalf verdoofd. Sommige kinderen krijgen een centraal veneuze lijn geplaatst. Dit is een slangetje dat in een groot bloedvat wordt ingebracht en waarvan het uiteinde op de huid wordt vastgeplakt. Aanprikken is niet nodig. Uit de VIT en de lijn kan ook bloed worden afgenomen.
De verpleegkundige dient bijna altijd de chemotherapie toe. Sommige chemotherapie wordt in één keer gegeven, andere moet in een aantal uren inlopen.
Bekijk ook de animatievideo voor kinderen over chemotherapie:
Ondersteunende zorg
Chemotherapie heeft bijwerkingen en beschadigt de slijmvliezen, de huid, het haar en de bloedcellen. Het gevolg is misselijkheid, vermoeidheid, een pijnlijke mond, gebrek aan eetlust, haaruitval en blauwe plekken. Ook hebben veel kinderen een verminderde afweer waardoor ze extra vatbaar zijn voor infecties. Daarom krijgt je kind ondersteunende zorg in de vorm van medicijnen, bloed(plaatjes)transfusies en soms sondevoeding. Deze bijwerkingen verdwijnen als de behandeling afgelopen is.
Elke soort chemotherapie heeft eigen bijwerkingen. Soms kunnen die blijvend zijn. Je vindt deze op de Medicijnkaarten.
Heb je vragen, dan kun je die natuurlijk altijd stellen.