Soms is dit onderzoek waarbij we kijken naar heel veel stukjes DNA van heel veel kinderen. Soms is het onderzoek waarbij we naar één stukje DNA van enkele kinderen kijken.
Twee voorbeelden:
- Wanneer iemand in het buitenland een nieuwe erfelijke aanleg voor een bepaalde vorm van kinderkanker heeft gevonden, kunnen wij in het materiaal van de Biobank kijken of deze aanleg ook in Nederland voorkomt bij deze vorm van kanker.
- Een van onze onderzoekers vermoedt dat kinderen met leukemie in aanleg kleine DNA-veranderingen hebben, waarvan we al weten dat ze te maken hebben met hoe je witte bloedcellen werken. Ze vraagt aan onze Biobank of ze in het DNA van deze kinderen op zoek mag naar zulke veranderingen.
In de Biobank van het Máxima bewaren we medische gegevens en lichaamsmateriaal van heel veel kinderen, dus ook DNA-gegevens. Zij en/of hun ouders hebben schriftelijk toestemming gegeven voor het bewaren en het gebruik van het materiaal voor wetenschappelijk onderzoek. Voor het gebruik van DNA voor wetenschappelijk onderzoek naar erfelijke aanleg, geven zij apart toestemming. Je kunt deze toestemming op elk moment intrekken.
Onderzoekers uit het Máxima en uit het buitenland kunnen een onderzoeksvoorstel indienen en vragen of ze DNA-gegevens uit de Biobank mogen gebruiken. Een speciale commissie beoordeelt het onderzoeksvoorstel. Als de commissie het goedkeurt, wordt in een contract precies beschreven wat de onderzoeker met de DNA-gegevens mag doen.