Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Tips om met verschillende gedachten en gevoelens om te gaan

Als door de ziekte van je broer of zus de wereld op z’n kop staat, kun je gevoelens en gedachten krijgen die nieuw voor je zijn. Dit is heel normaal. Deze gevoelens kunnen ook na de behandeling blijven.

  • Je mag alle gevoelens hebben. Ze zijn allemaal normaal en oké en niet vreemd.
  • Het is normaal dat je je vaker verdrietig en boos voelt.
  • Het is ook niet erg om verdrietig of boos te zijn.
  • Het helpt vaak om te praten over wat je voelt en denkt. Dat lucht op. Daarna kun je samen met degene die luistert een oplossing zoeken, als dat nodig is.
  • Probeer je ouders of iemand anders te vertellen hoe je je voelt. Zij vinden dat meestal fijn en kunnen je misschien helpen je beter te voelen.
  • Als je niet met je ouders kunt of wilt praten, probeer dan iemand anders te vinden die je vertrouwt. Dit kan je mentor of een andere leraar zijn, iemand uit je familie of een buurvrouw.
  • Voel je je schuldig omdat jij niet ziek bent? Het is oké als jij dingen doet die je leuk vindt. Je kunt er helemaal niks aan veranderen dat je broer of zus ziek is.
  • Dat je ouders minder aandacht voor jou hebben, kan lastig zijn. Maar het betekent niet dat ze niet van je houden, niet aan je denken en niet bezig zijn hoe het met jou gaat.
  • In het Máxima zijn psychologen met wie je kunt praten. Bijvoorbeeld als je ergens mee zit of als je je niet goed voelt. Ze kunnen goed luisteren en tips geven. Lijkt het je fijn om eens met een psycholoog te praten? Vraag dan je ouders een afspraak voor je te maken. 
Het boekje Brussenspinsels gaat over gevoelens van brussen. Je zult er veel in herkennen. Het is verkrijgbaar bij balie of via de website van de Vereniging Kinderkanker Nederland.