Door de toegenomen overleving van kinderen met kanker is onderzoek naar zowel acute bijwerkingen als bijwerkingen op de lange termijn steeds belangrijker geworden om ook de kwaliteit van leven van overlevenden te verbeteren. Bottoxiciteit (broze botten), kwetsbaarheid en sarcopenie (spierzwakte) zijn bijwerkingen van de behandeling voor kinderkanker met een aanzienlijke ziektelast en kans op overlijden.
Broze botten
Jenneke van Atteveld, arts-onderzoeker in het Prinses Máxima Centrum, vertelt: ‘De meeste onderzoeken in mijn proefschrift zijn gedaan bij survivors op de LATER-poli. We wisten dat broze botten in deze groep veel voorkwam, maar we wisten niet goed wie hierop gescreend moesten worden. En, we wisten niet met welk type behandeling of andere factoren broze botten, kwetsbaarheid en spierzwakte in verband gebracht konden worden. We hebben voor het eerst vast kunnen stellen dat overlevenden van kinderkanker ook daadwerkelijk vaker hun botten breken in vergelijking met gezonde mensen, en dat ze eerder ‘oud’ lijken te worden.’
Risicofactoren
‘Door mijn onderzoek kunnen we personen met een hoog risico op bottoxiciteit beter identificeren,’ vertelt de promovenda. ‘Ook hebben we nieuwe risicofactoren geïdentificeerd voor bottoxiciteit, kwetsbaarheid en sarcopenie bij overlevenden van kinderkanker, zoals bepaalde hormoon- en vitaminetekorten. Dat is belangrijk om deze schadelijke bijwerkingen mogelijk op termijn te kunnen voorkomen.’
Nieuwe internationale richtlijn
Jenneke: ‘Concreet is de richtlijn voor het screenen op lage botdichtheid nu in gebruik. Daarin adviseren we om bij alle hoog-risico patiënten (behandeld met craniale bestraling, total body bestraling en sommige patiënten die steroïden hebben gehad) de botdichtheid te meten, namelijk vijf jaar na therapie en op de leeftijd van 25 jaar. Hierdoor kan lage botdichtheid eerder opgespoord en behandeld worden.’ Dit is een belangrijke stap in de richting van het verbeteren van de botsterkte en het voorkomen van botbreuken als gevolg van de behandeling voor kinderkanker.
Coördineren
Op haar promotietraject in de Van den Heuvel-Eibrink groep kijkt Jenneke van Atteveld met plezier terug: ‘Ik heb ruim vier jaar met interesse aan dit onderwerp gewerkt. Bottoxiciteit bij kinderen met kanker is al lang een onderzoekslijn van onze groep, en dat heb ik een stapje verder kunnen brengen. Een van de mooiste onderdelen van mijn promotietraject was het coördineren van de behandelrichtlijn met 36 experts uit 10 landen. Ook heb ik de eer gehad om mijn onderzoek op veel (inter)nationale congressen te presenteren. Ik vind het mooi dat mijn onderzoek op deze manier onder de aandacht is gekomen, en hoop dat het helpt bij het verspreiden van de onderzoeksresultaten.’
--
Promotie Jenneke van Atteveld
‘Bone toxicity and accelerated aging due to childhood cancer treatment’
Donderdag 9 februari 2023 van 14.15 tot 15.15 uur, academiegebouw Universiteit Utrecht.
Promotor: prof. dr. M.M. van den Heuvel-Eibrink.
Co-promotor: dr. S.J.C.M.M. Neggers
Paranimfen: Vincent Pluimakers, Annelot Meijer