Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Rekenmodel botdichtheid helpt fracturen voorspellen

Kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL) hebben een zes keer grotere kans op het krijgen van een fractuur vergeleken met leeftijdgenoten. Kinderfysiotherapeut en klinisch epidemioloog Emma Verwaaijen maakte een rekenmodel om deze kans te voorspellen en daar beweeg- en fysiotherapie bij te adviseren. Dat zou de kans op fracturen kunnen verkleinen.

Fracturen zijn een veelvoorkomende bijwerking bij kinderen met ALL. Emma Verwaaijen, kinderfysiotherapeut bij het Sport- en Bewegingscentrum en promovenda bij de van den Heuvel-Eibrink groep, doet onderzoek naar de kwetsbaarheid van het bewegingsapparaat bij kinderen met kanker.

Zij publiceerde recent in the Journal of Bone Mineral Research over haar onderzoek: ‘Die vergrote kans op fracturen kan verschillende oorzaken hebben: de leukemie zelf, de behandeling met onder andere corticosteroïden, maar ook de voedingstoestand van een kind en beperkingen in het bewegen hebben hier invloed op. Uit een eerder uitgevoerde prospectieve nationale studie (ALL9) is gebleken dat kinderen met een lage botdichtheid bij diagnose een grotere kans hebben op fracturen tijdens behandeling voor ALL.’

Botdichtheid
Emma vertelt: ‘We willen liever niet bij ieder kind met ALL een DXA scan maken in de eerste week na diagnose. Daarom hebben wij met alle beschikbare data een eenvoudige formule ontwikkeld, die een lage botdichtheid en daarmee het te verwachten fractuurrisico voorspelt. Deze formule voorspelt met 71% zekerheid de kans dat een kind een lage botdichtheid heeft bij diagnose van ALL, en werd succesvol gevalideerd op een cohort (groep met hetzelfde kenmerk) uit Canada. Er is ook een online rekentool ontwikkeld, beschikbaar via deze website. De formule genereert een waarschuwingssignaal: dit kind heeft een hogere kans op een fractuur.’

Interventies
Met de score van een kind kan tijdig ingespeeld worden op het risico van verminderde botdichtheid en fracturen. Emma: ‘De score ondersteunt de klinische besluitvorming: moet er een röntgenfoto of DXA scan gemaakt worden en/of hoe volgen we de situatie van een kind op? Daarnaast is het een extra herinnering voor het belang van voeding- en beweeginterventies. Voor deze laatste zijn wij als kinderfysiotherapeuten belangrijk. We kunnen kinderen vanaf heel jonge leeftijd al begeleiding geven om de spieren te versterken en belasting op botten te verhogen. Dat doen we bij voorkeur heel vroeg in de behandeling om immobiliteit te voorkomen. Kinderen voelen zich vaak ziek en dan is het juist belangrijk om op de been te blijven. En simpel: traplopen is al een goede training.’

Maximaal bewegen
Emma geeft de essentie aan: ‘Het is een dagelijks dilemma maar kan een gevaarlijke vicieuze cirkel worden: als een kind zich heel ziek voelt, wil het in bed blijven en van liggen daalt de spierkracht snel. Dus blijft maximaal bewegen (naar het gelijknamige beweegprogramma in het Máxima. red.) heel belangrijk. Specifiek voor kinderen met ALL geldt dit des te meer: door het trainen van spieren houdt een kind zijn conditie op peil en met betere spierkracht en motorische vaardigheden is tegelijkertijd het risico op vallen en fracturen kleiner.’