Geneesmiddelen zijn, door verschillende oorzaken, niet altijd leverbaar. Jeroen Hassink, ziekenhuisapotheker, noemt een actuele casus: ‘Sinds dit voorjaar speelt er een leveringsprobleem met ondansetronstroop (Zofran), een geneesmiddel tegen misselijkheid. Dit probleem speelt Europees dus we kunnen ook maar beperkte hoeveelheid uit het buitenland betrekken. Om het drankje voor de kleinste kinderen beschikbaar te houden hebben we de artsen gevraagd om zoveel mogelijk (smelt)tabletten voor te schrijven aan oudere kinderen. Deze oplossing is voor de kinderen en ouders meer belastend omdat ze nu een tablet moeten slikken of via de sonde moeten toedienen.’
Dreigend tekort
In de afgelopen jaren is een toename te zien in het aantal (dreigende) tekorten van belangrijke geneesmiddelen voor de behandeling van kinderen met kanker. Veel gebruikte middelen zoals methotrexaat en co-trimoxazol tabletten, Erwinase injectiepoeder, aprepitant suspensie, tramadol druppels hebben op de Nederlandse markt een tekort gekend van enkele weken of maanden.
De apotheek houdt potentiële tekorten continu in de gaten. Daarin spelen Jeroen Hassink en de apothekersassistente geneesmiddelinkoop Anita de Kok een belangrijke rol. Jeroen zegt daarover: ‘We bouwen steeds meer ervaring op. Achter de schermen is het veel werk, maar als niemand in de zorg er iets van merkt dan doen we het goed. Helaas lukt dat niet altijd meer.’
Oplossingen
Uit ervaring weet Jeroen wat opties zijn voor de oplossing van een mogelijk tekort aan een geneesmiddel. Hij noemt een paar manieren: ‘Soms kan een andere Nederlandse leverancier een gelijkwaardig product leveren, steeds vaker wordt een middel geïmporteerd uit het buitenland of we vragen aan een bereidende apotheek om een gelijkend product te maken. En als het niet anders kan vragen we artsen een andere toedieningsvorm of therapeutisch alternatief voor te schrijven, zoals bij het tekort aan piritramide injectievloeistof.’ Alle alternatieven vragen om zorgvuldig handelen en voorbereiden om medicatiefouten te voorkomen. Daarnaast zijn alternatieven vaak duurder dus ook de financiële kant verdient aandacht.
Communicatie
Afhankelijk van het soort medicijn en de aard van het tekort zorgt de ziekenhuisapotheek voor informatie aan betrokkenen zoals artsen, verpleegkundigen en ouders. ‘Die communicatie vind ik een uitdaging,’ zegt Jeroen Hassink. ‘Over zo’n dreigend tekort moet je alleen actuele en relevante informatie geven, zonder paniek te veroorzaken. De korte lijnen die we in het Máxima hebben zijn hierbij heel prettig. Bij het tekort aan Varicella Zoster immunoglobuline hebben de infectiologen direct meegedacht over een alternatief. Dat gaat dan heel soepel. Zo zou het bij voorkeur altijd mogen gaan.’