Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Bloedafname

Om de diagnose te kunnen stellen of om te kijken hoe de bloedwaarden zijn, wordt er bij je kind bloed afgenomen. In het laboratorium wordt onderzocht hoeveel rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes er zijn en hoe de lever en de nieren werken. Ook tijdens en na de behandeling wordt regelmatig bloedonderzoek gedaan.

Een bloedafname kan uit de vinger of uit de arm. Als je kind een lijn of een VIT heeft, kan daar ook bloed uit afgenomen worden.

Uit de vinger

De laborant smeert wat zalf op de vingertop. Dan houdt de laborant een apparaatje tegen de vingertop en vangt de bloeddruppels op in een buisje.

Uit de arm

Je kind krijgt van tevoren een verdovende zalf. Om de bloedvaten beter te zien, doet de laborant een band om de arm van je kind die strak komt te zitten. Daarna maakt ze de arm schoon en doet een naaldje in het bloedvat. Dan kan de band losser en vangt de laborant het bloed op in één of meer buisjes. Na afloop haalt de laborant het naaldje weg en drukt op de plek tot er geen bloed meer komt.

Uit de VIT of lijn

De verpleegkundige koppelt een of meer bloedbuisje aan de VIT of de lijn en vangt het bloed erin op. Daarna wordt de lijn of VIT doorgespoeld met een zoutoplossing en heparine.

Heb je vragen, dan kun je die natuurlijk altijd stellen.