Wanneer chemotherapie gegeven wordt vanaf het tweede trimester van de zwangerschap lijkt dit weinig gevolgen te hebben voor het kind. Tot de leeftijd van zes jaar groeien en ontwikkelen deze kinderen zich even goed als kinderen geboren uit normale zwangerschap. Kleine verschillen op het gebied van verbale intelligentie, emotieregulatie, bloeddruk en het gehoor kwamen aan het licht en benadrukken het belang van nazorg en screening bij deze kinderen. De uitkomsten helpen ouders te informeren en keuzes te maken wanneer zij geconfronteerd worden met een diagnose kanker tijdens de zwangerschap.
Polikliniek
Mathilde van Gerwen promoveert met dit onderzoek op 24 september 2021 aan de Universiteit van Amsterdam. ‘De conclusies uit mijn thesis dragen bij aan de zorg van de Cancer In Pregnancy Polikliniek (CIP),’ aldus de promovendus. Op deze polikliniek, onder leiding van kinderoncologen prof. dr. Marry van den Heuvel-Eibrink en dr. Martine van Grotel, worden ruim 100 kinderen per jaar gecontroleerd op medische en (neuro)psychologische gevolgen na blootstelling aan een kankerbehandeling in de baarmoeder. Ook wordt bij kinderen die chemotherapie met platina hebben gehad een gehoorscreening gedaan.
Samen beslissen
‘Op de polikliniek gaan we ons nog meer inzetten voor psychosociale ondersteuning van kinderen en hun gezinnen. Dat is inclusief de gezinnen waarvan de moeder is overleden in deze fase. Ons CIP-spreekuur is verbonden aan het INCIP en de Adviesgroep Kanker en Zwangerschap. Door een nauwe samenwerking hebben de onderzoeksresultaten direct effect op families en kinderen die met kanker tijdens de zwangerschap worden geconfronteerd’ aldus Mathilde van Gerwen. De uitkomsten van het onderzoek zijn belangrijk voor ouders en behandelaren, zegt ze. ‘Het helpt om een weloverwogen beslissing te maken over het wel of niet starten van een kankerbehandeling tijdens de zwangerschap.’ Zij blijft als postdoc onderzoeker betrokken bij het vervolgonderzoek.