Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

Minder controlescans nodig bij kinderen na behandeling voor rhabdomyosarcoom

Kinderen die zijn behandeld voor rhabdomyosarcoom, een tumor van het spierweefsel, krijgen nu de helft minder MRI-scans gedurende de controlefase na behandeling. Het nieuwe beleid geeft artsen niet minder informatie over mogelijke terugkeer van de ziekte, en scheelt ouders en kinderen veel zorgen en stress.

In Nederland wordt jaarlijks bij ongeveer 20-25 kinderen  een rabdomyosarcoom vastgesteld, de meest voorkomende wekedelen tumor op de kinderleeftijd. Ongeveer acht van de tien kinderen overleeft hun ziekte op de lange termijn. Na behandeling met een combinatie van chemotherapie, bestraling en/of een operatie blijven kinderen nog jarenlang onder controle.

Aangepaste behandeling
Zoals behandelingen voor kinderen met kanker door de tijd heen veranderen en worden aangepast door nieuwe mogelijkheden, zo geldt dat ook voor de fase na behandeling, bij de controles.

Bij kinderen die worden behandeld voor een rhabdomyosarcoom is er in internationaal verband onderzocht wat de waarde is van het regelmatig doen van een MRI-scan in de periode na einde behandeling. Het doel van deze scans was om vroegtijdig te zien of de tumor terugkomt. Het onderzoek werd vandaag belicht in de Volkskrant.

Uit dit onderzoek is gebleken dat het regelmatig doen van MRI’s in de periode vanaf twee jaar na het eind van de behandeling niet bijdraagt aan betere overlevingskansen, terwijl het wel een belasting is voor kind en ouders. Een groot deel van de kinderen is immers jong, waardoor de MRI alleen onder narcose kan plaatsvinden. Daarnaast  leidt zo’n MRI vaak tot belangrijke stress bij ouders en kinderen in de weken rondom de controle: ‘zou de ziekte nog weg zijn?’

Minder scans
Daarom is nu de internationale richtlijn aangepast voor de controle bij kinderen met rabdomyosarcoom. Voorheen kregen kinderen na hun behandeling gedurende 5 jaar in totaal 12 MRI scans; voortaan worden deze MRI controles beperkt tot de eerste twee jaar na het eind van de behandeling. Kinderen krijgen dan elke vier maanden een MRI scan in combinatie met een foto van de longen. Na die periode worden patiënten nog steeds regelmatig op de polikliniek gezien, met een longfoto, maar wordt er geen routine MRI meer verricht. Alleen wanneer er in die tijd klachten zouden zijn die erop kunnen wijzen dat de tumor teruggekeerd is wordt er op indicatie een MRI gemaakt. Daarmee is het aantal MRI scans dat kinderen moeten ondergaan na het eind van hun behandeling gehalveerd van 12 naar 6 scans.

Andere vormen van kanker
Deze aanpassing in beleid geldt alleen voor kinderen met een rhabdomyosarcoom die sinds september 2020 gestart zijn met hun behandeling. Ook bij een aantal andere vormen van kinderkanker zijn in het verleden de richtlijnen voor controles na de behandeling aangepast op basis van onderzoek. Bijvoorbeeld bij kinderen met leukemie: bij hen werd vroeger in het eerste jaar na het eind van de therapie nog regelmatig een beenmergpunctie gedaan, een pijnlijke ingreep, die tegenwoordig onder narcose plaatsvindt. Deze beenmergpuncties bleken niet tot een betere overleving te leiden en zijn daarom jaren geleden al afgeschaft tot grote tevredenheid van patiënten en hun ouders.

De studie op basis waarvan de richtlijn is aangepast werd geleid door dr. Hans Merks, en is vorig jaar gepubliceerd in het vakblad Cancer. Een opiniestuk over het onderzoek verscheen gisteren in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Mochten er aan de hand van deze publicatie vragen zijn, dan kun je mailen naar: communicatie@prinsesmaximacentrum.nl.