Dr. Rianne Koopman, internist en hoofd van de polikliniek LATER, en prof. dr. Leontien Kremer, hoogleraar late effecten in het Prinses Máxima Centrum, zien dat toenemende aandacht voor LATER zorg en onderzoek leidt tot een voortdurende verbetering van de gezondheid en levenskwaliteit van overlevenden van kinderkanker. Leontien Kremer: ‘De combinatie van zorg en wetenschappelijk onderzoek in het Máxima is een unieke kans. We kunnen effectief de huidige zorg voor kinderen op maat maken en volgens de laatste wetenschappelijke inzichten.’ Rianne Koopman: ‘Het is een grote uitdaging om die twee met elkaar te verbinden, zodat we betere beslissingen kunnen nemen bij de afweging tussen overlevingskans en de kans op late effecten.’
LATER zorg en onderzoek
Survivors hebben vaker gezondheidsproblemen dan leeftijdsgenoten. Onderzoekers en clinici in het Máxima werken samen aan het ontwikkelen van richtlijnen waardoor betere zorg voortkomt uit wetenschappelijk kennis. Tijdens het ontwikkelen en updaten van richtlijnen wordt ook duidelijk welke kennis ontbreekt. Bijvoorbeeld: wat gebeurt er - op de lange termijn - met een 10-jarige die een beenmergtransplantatie krijgt van een 40-jarige? Hoe kunnen we late effecten verminderen door een betere leefstijl? En hoe sporen we kinderen en volwassenen die risico lopen op late effecten, bijvoorbeeld hartschade, vroegtijdig op zodat zij een behandeling kunnen krijgen? Rianne Koopman: ‘Wetenschappelijk ondersteunen van de best mogelijke klinische beslissingen begint met elkaar letterlijk ontmoeten.’
Kruisbestuiving
Leontien Kremer zegt: 'De verbinding tussen zorg en onderzoek is op het terrein van late effecten altijd sterk geweest. Met onze LATER-groep kunnen we de kruisbestuiving tussen die twee verder verbeteren door mensen bij elkaar te brengen. Zodat we nog beter LATER wetenschappelijk onderzoek en LATER-zorg kunnen leveren en de kwaliteit van leven van survivors verbeteren.’