Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

default.prinses_maxima_centrum

Aplastische anemie (SAA)

Aplastische anemie is een vorm van beenmergfalen waarbij het beenmerg geen of onvoldoende rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes aanmaakt. In Nederland krijgen elk jaar 5-10 kinderen aplastische anemie.

In de folder Beenmergfalen en myelodysplastisch syndroom lees je alles over deze ziekte. Hier vind je alvast de belangrijkste informatie.

Oorzaken

Aplastische anemie kan erfelijk zijn, maar ook het gevolg van een virusinfectie of medicijnen. Meestal is de oorzaak onbekend. Het is dan waarschijnlijk een auto-immuunproces: eigen afweercellen (T-lymfocyten) belemmeren de aanmaak van bloedcellen.

Klachten

Kinderen met aplastische anemie kunnen bleek, moe, duizelig en benauwd zijn. Andere klachten zijn puntbloedinkjes, blauwe plekken, terugkerende infecties, koorts en soms ook buikpijn, botpijn en een vergrote milt.

Hoe stellen we de diagnose?

Er wordt bloedonderzoek gedaan en onder sedatie wordt beenmerg afgenomen. Ook vindt er genetisch onderzoek plaats. Soms wordt onder narcose een stukje bot weggenomen.

Behandeling

Kinderen met aplastische anemie worden volgens een protocol behandeld dat is gemaakt door nationale en internationale deskundigen.
Wanneer de aanmaak van bloedcellen helemaal uitvalt, is je kind afhankelijk van transfusies. Het krijgt regelmatig rode bloedcellen en bloedplaatjes en dagelijks (een lage dosis) antibiotica en soms ook anti-schimmelmiddelen om infecties te voorkomen.

Heeft je kind een auto-immuun aplastische anemie en is er een geschikte donor, dan krijgt het een allogene stamceltransplantatie. Is er geen donor, dan krijgt je kind medicijnen die de T-lymfocyten onderdrukken. Als die goed helpen, dan heeft je kind na een tijdje geen medicijnen meer nodig en is het genezen. Helpen ze onvoldoende, dan blijft je kind afhankelijk van deze medicijnen en kan op de lange termijn alsnog een allogene stamceltransplantatie nodig zijn.

Kans op overleving

De overlevingskans na een allogene stamceltransplantatie is zeer goed maar ook met medicijnen die de T-lymfocyten onderdrukken kunnen kinderen genezen.

Vragen?

Kinderen met aplastische anemie worden op de afdeling hemato-oncologie behandeld.

Telefoon 088 972 72 72