In de folder Laaggradig glioom lees je alle informatie over deze ziekte. Hier vind je alvast de belangrijkste informatie.
Oorzaken
Een glioom ontstaat door een fout in de ontwikkeling in een (voorloper)cel van de steuncellen. Waarschijnlijk raakt er in de kern iets veranderd in het DNA van de cel. Hoe dat komt, is niet bekend. Sommige kinderen hebben neurofibromatose, een aandoening waarbij tumoren in het zenuwstelsel kunnen ontstaan.
Klachten
Een laaggradig glioom in de kleine hersenen of een hersenkamer geeft in het begin vage klachten als misselijkheid en hoofdpijn. Later komen er, door de verhoogde druk in de hersenen, klachten bij, zoals overgeven, scheelkijken, dubbelzien, verslechterde motoriek en evenwichtsproblemen. Een tumor bij de hersenstam geeft een vreemd gevoel in armen of benen, slik- en praatproblemen, moeite met schrijven en problemen met de temperatuurhuishouding. Een tumor in de grote hersenen kan epilepsie geven of hormoonstoornissen.
Hoe stellen we de diagnose?
Er wordt een MRI-scan gemaakt en onder sedatie wordt hersenvocht afgenomen. Soms volgt een CT-scan.
Behandeling
Kinderen met een laaggradig glioom worden behandeld volgens een protocol dat is gemaakt door nationale en internationale deskundigen. De behandeling kan bestaan uit een operatie, chemotherapie, targeted therapie en/of bestraling. De meeste kinderen worden eerst geopereerd. Kan het glioom in zijn geheel worden verwijderd, dan krijgt je kind geen verdere behandeling, maar wordt het regelmatig gecontroleerd. Kan het glioom niet of slechts gedeeltelijk worden weggehaald, dan is het in veel gevallen mogelijk af te wachten. Dit gebeurt vaak bij een tumor van de oogzenuw(en) en/of bij neurofibromatose. Je kind wordt dan goed in de gaten te houden en krijgt regelmatig een MRI en oogcontroles. De hersentumorwerkgroep, waarin alle betrokken specialisten zitten, weegt zorgvuldige af wat voor jouw kind het beste is: afwachten of verder behandelen. Is er een vervolgbehandeling nodig, dan bestaat deze meestal uit chemotherapie.
Kans op genezing
De genezingskans van kinderen met een laaggradig glioom is, als de tumor in zijn geheel kan worden weggehaald, ongeveer 90%. Bij een deel van de kinderen blijft een restje tumor zitten. Gaat dit restje groeien of komt de tumor terug of zaait deze zich uit, is de genezingskans minder (50–80%). Probeer je niet te veel te laten leiden door cijfers. Elk kind en elke situatie is uniek.
Vragen?
Kinderen en jongeren met een laaggradig glioom worden behandeld op de afdeling neuro-oncologie.