Deze website maakt gebruik van cookies. We gebruiken cookies om instellingen te onthouden en je bezoek soepeler te laten verlopen. Daarnaast gebruiken we ook cookies voor de verbetering van de website en het verzamelen en analyseren van statistieken. Lees meer over cookies

default.prinses_maxima_centrum

Langerhanscelhistiocytose (LCH)

Langerhanscelhistiocytose (LCH) is een zeldzame ziekte waarbij bepaalde witte bloedcellen (langerhanscellen) organen kunnen beschadigen. In Nederland krijgen jaarlijks 10 tot 15 kinderen LCH. De meeste kinderen zijn jonger dan 10 jaar. De ziekte komt even vaak voor bij jongens als bij meisjes.

Oorzaken

LCH ontstaat uit voorlopers van witte bloedcellen. Waarom en waardoor LCH ontstaat, is niet duidelijk. De LCH-cellen werken niet goed en kunnen organen beschadigen. Soms wordt er een afwijking in het DNA van de LCH-cellen gevonden. Deze afwijking komt niet voor in de gezonde lichaamscellen. LCH is dan ook niet erfelijk.

Klachten

Omdat LCH in bijvoorbeeld botten, huid en organen in de buik kan voorkomen, kunnen er allerlei klachten zijn. De meest voorkomende klachten zijn een bult en/of pijn aan een bot, huidafwijkingen en koorts. LCH zit vaak maar op één plek.

Hoe stellen we de diagnose?

Onder narcose wordt een stukje aangedaan weefsel of bot verwijderd; dit wordt onder de microscoop onderzocht. Je kind krijgt een echo van de buik, röntgenfoto’s van de botten en eventueel een MRI-scan. Ook wordt er bloed afgenomen.

Behandeling

Kinderen met LCH worden behandeld volgens een protocol dat is gemaakt door nationale en internationale deskundigen. De behandeling bestaat uit chemotherapie. Het kan ook zijn dat er geen behandeling nodig is. Je kind wordt dan met regelmatige controles in de gaten gehouden.

Kans op genezing

De genezingskans van kinderen met LCH is erg goed. Vrijwel alle kinderen overleven de ziekte. LCH kan wel grillig verlopen en soms ook chronisch worden. Bij sommige kinderen verdwijnt de ziekte spontaan, zonder behandeling.

Vragen?

Kinderen en jongeren met LCH worden op de afdeling hemato-oncologie behandeld.