Oorzaken
Een kiemceltumor ontstaat door een fout in de ontwikkeling van een van de geslachtscellen. Vermoedelijk is er al voor de geboorte in de kern van de cel iets veranderd in het DNA van de cel. Hoe dat komt, weten we niet. Kiemceltumoren zitten in de geslachtsorganen, maar kunnen ook op andere plaatsen voorkomen.
Klachten
De klachten hangen af van de plaats waar de tumor zit. Een tumor onderaan de wervelkolom kan een zichtbare zwelling geven. Is de tumor naar binnen gegroeid, dan kan je kind problemen hebben met plassen of poepen of uitvalsverschijnselen hebben. Bij een kiemceltumor in de zaadbal is de balzak gezwollen; dit doet weinig of geen pijn. Een tumor in of bij de eierstok geeft op den duur een opgezette buik. Als de eierstok door de tumor draait, dan is dat erg pijnlijk. Als de tumor groot is, kunnen de blaas en/of darmen in de knel komen. Je kind moet dan vaak plassen en het heeft problemen met de ontlasting. Door de aanmaak van hormonen kan een kind vroeg in de puberteit komen. Een tumor in de borstkas kan problemen geven met de ademhaling.
Hoe stellen we de diagnose?
Er worden een echo en een MRI-scan gemaakt en er wordt bloed afgenomen. Er kunnen ook andere scans gemaakt worden. Soms wordt ook een biopsie gedaan.
Behandeling
De meeste kinderen worden alleen geopereerd en daarna via regelmatige controles in de gaten gehouden. Kan de tumor niet in zijn geheel worden weggehaald of zijn er uitzaaiingen, dan krijgt je kind chemotherapie en/of bestraling. Bij een grote tumor wordt meestal begonnen met chemotherapie, gevolgd door een operatie met daarna opnieuw chemotherapie. Komt de tumor terug, dan wordt er meestal opnieuw geopereerd en krijgt je kind chemotherapie.
Kans op genezing
De genezingskans van kinderen met een kiemceltumor is gemiddeld 90%.
Vragen?
Kinderen en jongeren met een kiemceltumor in het lichaam worden behandeld op de afdeling solide tumoren.